De drie pijlers: AOW, werkgeverspensioen en eigen voorzieningen

Pensioen inzichten

Home » pensioenstelsel » De drie pijlers: AOW, werkgeverspensioen en eigen voorzieningen

In Nederland bestaat ons pensioenstelsel uit drie pijlers die samen zorgen voor je inkomen na pensionering. Deze opbouw maakt ons pensioenstelsel een van de beste ter wereld. Maar wat houden deze pijlers precies in? En hoe verhouden ze zich tot elkaar in het nieuwe pensioenstelsel? In dit artikel leggen we het je uit.

Wat zijn de drie pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel?

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie delen, of ‘pijlers’. Samen zorgen deze drie pijlers voor je totale pensioeninkomen. Ze vullen elkaar aan en spreiden ook het risico. Als er iets verandert in één pijler, heb je nog altijd de andere pijlers om op terug te vallen.

De drie pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel

  • Eerste pijler: AOW (basispensioen van de overheid)
  • Tweede pijler: Werkgeverspensioen (via je werkgever)
  • Derde pijler: Eigen voorzieningen (zelf geregeld)

Laten we nu elke pijler apart bespreken om te begrijpen wat deze inhoudt en wat de rol is in het nieuwe pensioenstelsel.

Eerste pijler: AOW (basispensioen van de overheid)

De eerste pijler bestaat uit de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dit is het basispensioen dat je krijgt van de Nederlandse overheid. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch AOW op. Voor elk jaar dat je in Nederland woont of werkt tussen je 15e en je AOW-leeftijd, bouw je 2% AOW-rechten op. Als je 50 jaar in Nederland hebt gewoond, heb je recht op een volledige AOW-uitkering.

Belangrijke kenmerken van de AOW:

  • De AOW is een basisinkomen dat voor iedereen geldt, ongeacht of je hebt gewerkt of niet.
  • De hoogte van de AOW hangt af van je woonsituatie (alleenstaand of samenwonend).
  • De AOW gaat in op je AOW-leeftijd. Deze leeftijd stijgt de komende jaren omdat we gemiddeld steeds ouder worden.
  • De AOW wordt betaald uit premies die werkenden betalen via de belastingen (omslagstelsel).

De AOW verandert niet door de invoering van het nieuwe pensioenstelsel. Wel stijgt de AOW-leeftijd de komende jaren verder. Tot en met 2027 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Hoe bereid jij je voor op je pensioen?

Kies de pensioencursus die bij je past

Tweede pijler: Werkgeverspensioen

De tweede pijler bestaat uit het pensioen dat je opbouwt via je werkgever. Dit wordt ook wel het aanvullend pensioen genoemd. Veel werkgevers in Nederland bieden een pensioenregeling aan voor hun werknemers. Vaak is dit geregeld via een cao of arbeidsvoorwaarden.

Bij deze tweede pijler legt zowel de werkgever als de werknemer geld in. De werkgever betaalt meestal het grootste deel (ongeveer twee derde). Het geld wordt beheerd door een pensioenfonds of verzekeraar, die het voor je belegt. Door de opbrengst van die beleggingen groeit je pensioen.

“Veel mensen realiseren zich niet hoe waardevol de tweede pijler is. Je werkgever legt vaak een flink bedrag voor je in, soms wel 15% van je salaris. Het is een van de best geregelde werkgeverspensioen-systemen ter wereld. Zie het als uitgesteld loon dat voor je wordt belegd.”

De tweede pijler verandert wel door het nieuwe pensioenstelsel. De belangrijkste veranderingen zijn:

  • Van uitkeringsovereenkomst naar premieregeling: In het nieuwe stelsel staat de premie centraal, niet de uitkering.
  • Meer transparantie: Je kunt straks beter zien hoeveel geld er voor jouw pensioen is ingelegd en hoe dit groeit.
  • Meer beweging in de uitkering: Je pensioen beweegt meer mee met de economie. Als het goed gaat, stijgt je pensioen sneller. Als het slecht gaat, kan het ook dalen.
  • Verschillende contractvormen: Er komen twee contractvormen in het nieuwe stelsel: de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling.

Niet iedereen heeft een werkgeverspensioen. Bijvoorbeeld als je als zelfstandige werkt, of als je werkgever geen pensioenregeling aanbiedt. In dat geval moet je extra aandacht besteden aan de derde pijler.

Derde pijler: Eigen voorzieningen

De derde pijler bestaat uit pensioenvoorzieningen die je zelf regelt. Dit is een vrijwillige aanvulling op de eerste twee pijlers. Je kunt hierbij denken aan:

  • Lijfrentes: Een vorm van sparen of beleggen voor je pensioen, vaak via een bank of verzekeraar.
  • Banksparen: Een geblokkeerde spaarrekening waarop je geld stort voor je pensioen.
  • Zelf beleggen voor je oude dag.
  • Een eigen woning (hypotheekvrij) als pensioenvoorziening.
  • Andere vormen van vermogensopbouw.

De derde pijler is vooral belangrijk voor mensen die geen of weinig pensioen opbouwen in de tweede pijler. Bijvoorbeeld zelfstandigen, mensen met een onvolledige loopbaan, of mensen met een pensioengat. Maar ook als je wel een goed werkgeverspensioen hebt, kan de derde pijler een waardevolle aanvulling zijn.

In de derde pijler heb je veel vrijheid om te kiezen hoe je je pensioen wilt regelen. Je bepaalt zelf hoeveel geld je opzij zet en hoe je dat belegt of spaart. Daar staat tegenover dat je ook zelf het risico draagt. Anders dan bij de tweede pijler deel je geen risico’s met andere deelnemers.

“Als ZZP’er moet ik mijn pensioen volledig zelf regelen. Ik heb gekozen voor een mix van banksparen, beleggen en aflossen op mijn hypotheek. Zo heb ik verschillende bronnen van inkomsten als ik eenmaal met pensioen ben. De pensioencursus die ik heb gevolgd heeft me geholpen om deze keuzes te maken. Daarvoor stelde ik alles uit.”

Annemarie (48), zelfstandig fotograaf

De derde pijler verandert niet direct door het nieuwe pensioenstelsel. Wel kan de behoefte aan aanvullende voorzieningen toenemen, omdat de uitkering uit de tweede pijler in de toekomst meer kan schommelen.

de 3 pijlers

Hoe verhouden de drie pijlers zich tot elkaar?

De verhouding tussen de drie pijlers verschilt per persoon. Dit hangt af van factoren zoals je werkgeschiedenis (heb je lang bij werkgevers met een goede pensioenregeling gewerkt?), je inkomen tijdens je werkzame leven (hoe hoger je inkomen, hoe belangrijker de tweede en derde pijler worden), of je zelfstandig hebt gewerkt (zelfstandigen missen vaak de tweede pijler) en hoe lang je in Nederland hebt gewoond (dit bepaalt je AOW-rechten).

Als vuistregel geldt dat mensen met een modaal inkomen die hun hele werkende leven in loondienst zijn, ongeveer de helft van hun pensioen uit de eerste pijler (AOW) halen en de andere helft uit de tweede pijler (werkgeverspensioen). Bij hogere inkomens wordt de tweede pijler relatief belangrijker en de eerste pijler relatief minder belangrijk.

Voor zelfstandigen en mensen met een pensioengat is de derde pijler extra belangrijk als aanvulling op de AOW.

Waarom is het belangrijk om alle pijlers te bekijken?

Om te weten of je voldoende pensioen hebt opgebouwd, is het belangrijk om naar alle drie de pijlers samen te kijken. Je totale pensioeninkomen bestaat immers uit de optelsom van deze pijlers.

Veel mensen weten niet precies hoeveel pensioen ze in totaal kunnen verwachten. Ze kennen hun AOW-rechten niet, weten niet hoeveel werkgeverspensioen ze hebben opgebouwd, of hebben geen zicht op hun eigen voorzieningen. Daardoor kunnen ze moeilijk inschatten of ze voldoende pensioen hebben voor later.

Door alle pijlers in kaart te brengen, kun je bepalen of je een pensioengat hebt. Als dat zo is, kun je maatregelen nemen om dat gat te dichten, bijvoorbeeld door extra te sparen of te beleggen in de derde pijler.

Hoe check je wat je in elke pijler hebt opgebouwd?

Om te weten waar je staat met je pensioenopbouw, kun je de volgende stappen nemen:

  1. Eerste pijler (AOW): Kijk op svb.nl om te zien wanneer je AOW ingaat en hoeveel je kunt verwachten. Heb je in het buitenland gewoond? Dan kan je AOW lager zijn.
  2. Tweede pijler (werkgeverspensioen): Check op mijnpensioenoverzicht.nl hoeveel pensioen je hebt opgebouwd via je werkgever(s). Log in met je DigiD om een compleet overzicht te krijgen.
  3. Derde pijler (eigen voorzieningen): Maak een overzicht van je lijfrentes, bankspaarrekeningen, beleggingen en andere vermogensbestanddelen die je voor je pensioen hebt bestemd.

Door deze informatie te combineren, krijg je een compleet beeld van je verwachte pensioeninkomen. Vervolgens kun je bepalen of dat voldoende is voor jouw gewenste levensstijl na pensionering.

de 3 pijlers

Tips voor een goed pensioen in drie pijlers

Om te zorgen dat je in alle drie de pijlers een goed pensioen opbouwt, zijn hier enkele tips:

Voor de eerste pijler (AOW):

  • Controleer of je AOW-opbouw volledig is, vooral als je in het buitenland hebt gewoond of gewerkt.
  • Weet wanneer je AOW-leeftijd is en houd rekening met mogelijke verdere verhogingen.

Voor de tweede pijler (werkgeverspensioen):

  • Check regelmatig je pensioenopbouw bij je huidige werkgever.
  • Let bij het wisselen van baan op de pensioenregeling van je nieuwe werkgever.
  • Overweeg om pensioen dat je bij verschillende werkgevers hebt opgebouwd, samen te voegen (waardeoverdracht).
  • Blijf op de hoogte van veranderingen door het nieuwe pensioenstelsel.

Voor de derde pijler (eigen voorzieningen):

  • Begin zo vroeg mogelijk met sparen of beleggen voor je pensioen.
  • Maak gebruik van fiscale voordelen, zoals de aftrekbaarheid van lijfrentepremies.
  • Denk aan je huis als pensioenvoorziening, bijvoorbeeld door af te lossen op je hypotheek.
  • Laat je adviseren door een financieel adviseur als je zelf weinig kennis hebt van beleggen.

Een stevig fundament voor je pensioen

Het Nederlandse pensioenstelsel met zijn drie pijlers biedt een stevig fundament voor je inkomen na pensionering. De eerste pijler (AOW) zorgt voor een basisinkomen, de tweede pijler (werkgeverspensioen) bouwt daarop voort, en de derde pijler (eigen voorzieningen) geeft je de ruimte om je pensioen verder aan te vullen naar eigen wens en behoefte.

Door alle drie de pijlers in samenhang te bekijken, krijg je een volledig beeld van je toekomstige pensioeninkomen. Dit helpt je om tijdig maatregelen te nemen als dat nodig is, zodat je straks kunt genieten van een financieel zorgeloze oude dag.

Wil je meer weten over hoe je je goed kunt voorbereiden op je pensioen? Overweeg dan een pensioencursus te volgen. Via onze keuzehulp vind je eenvoudig de cursus die het beste bij jou past.

Wat is het verschil tussen de eerste, tweede en derde pijler?

De eerste pijler is de AOW, het basispensioen dat je van de overheid krijgt als je de AOW-leeftijd bereikt. De tweede pijler is het werkgeverspensioen dat je via je werkgever opbouwt. De derde pijler bestaat uit eigen voorzieningen die je zelf regelt, zoals lijfrentes, banksparen of beleggingen voor je pensioen. Samen vormen deze pijlers je totale pensioeninkomen.

Verandert het nieuwe pensioenstelsel alle drie de pijlers?

Nee, het nieuwe pensioenstelsel verandert vooral de tweede pijler (het werkgeverspensioen). De eerste pijler (AOW) blijft grotendeels hetzelfde, al stijgt de AOW-leeftijd wel. De derde pijler (eigen voorzieningen) verandert niet direct, maar kan wel belangrijker worden als aanvulling op de mogelijk meer schommelende uitkering uit de tweede pijler.

Hoe kan ik controleren hoeveel pensioen ik in elke pijler heb opgebouwd?

Voor de eerste pijler (AOW) kun je kijken op svb.nl. Voor de tweede pijler (werkgeverspensioen) kun je inloggen op mijnpensioenoverzicht.nl met je DigiD. Daar zie je ook je AOW. Voor de derde pijler moet je zelf een overzicht maken van je lijfrentes, bankspaarrekeningen en andere pensioenvoorzieningen die je hebt getroffen. Door deze informatie te combineren, krijg je een compleet beeld van je verwachte pensioeninkomen.